Zonnepanelen, batterijen, elektrolysers, brandstofcellen, warmtepompen… Voor een succesvolle energietransitie zijn ontzettend veel duurzame technologieën nodig. En het liefst ben je niet teveel afhankelijk van anderen in het bemachtigen daarvan. Daarom presenteerde de Europese Commissie vorige week de Net-Zero Industry Act. Het beleidspakket moet ervoor zorgen dat duurzame technologieën steeds vaker en grootschaliger op Europese bodem geproduceerd worden.
De ambities die gepaard gaan met de Net-Zero Industry Act liegen er niet om. In 2030 wil de Europese Unie in ten minste 40 procent van zijn eigen vraag naar duurzame technologieën kunnen voorzien. Ursula von der Leyen, president van de Europese Commissie, in een persbericht: “De Europese vraag naar clean tech groeit razendsnel. We ondernemen nu actie om met Europees aanbod aan die vraag te kunnen voldoen.”
Momenteel is het tegenovergestelde waar: Europa is juist bijzonder afhankelijk van import. Zo wordt meer dan 90 procent van alle zonne-energietechnologie in Europa geïmporteerd uit China. En meer dan een kwart van de elektrische auto’s die in Europa rondrijden zijn óók van Chinese makelij.
600 miljard euro per jaar
De Net-Zero Industry Act moet daar verandering in brengen. Het beleidspakket moet ertoe leiden dat een schare aan duurzame oplossingen steeds vaker en grootschaliger op Europese bodem geproduceerd worden. Op die manier wordt de Europese Unie minder afhankelijk van derden bij het behalen van de klimaatdoelen. Daarnaast biedt het economische voordelen: naar verwachting heeft de clean tech-industrie in 2030 een omzet van ruim 600 miljard euro per jaar.
Maar er is nog een reden waarom de Net-Zero Industry Act belangrijk is, stelt Tjeerd Jongsma, directeur van het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT). “Om de klimaatdoelen te behalen, moeten we veel first-of-a-kind installaties bouwen, op het gebied van waterstof, circulaire plastics, noem maar op. Die innovaties moeten getest worden, er moeten pilots gedraaid worden… Het klimaat om dat te doen, is momenteel veel gunstiger in landen als de Verenigde Staten”, aldus Jongsma. “Met andere woorden: Europa en zeker ook Nederland lopen het gevaar dat de eerste investeringen in nieuwe technologieën in het buitenland gedaan worden en dat innovatie hier verdwijnt. Dat zet je direct op een achterstand.”
“Het lijkt misschien klein, maar als de eerste ontwikkelingen van nieuwe technologieën elders plaatsvinden, is de kans groot dat de vervolgstappen daar óók gezet worden”, vervolgt hij. “Dat is zorgelijk. Het is juist belangrijk om innovatie op eigen bodem te laten plaatsvinden.”
Net-Zero Academies
Verschillende beleidsmaatregelen moeten ervoor zorgen dat Europa een bakermat voor innovatie wordt. Zo wil de Europese Commissie een beter vestigingsklimaat scheppen door de administratieve lasten voor duurzame bedrijven te verlichten en vergunningstrajecten te verkorten. Daarnaast moeten landelijke overheden vaker duurzaamheidscriteria opnemen in hun aanbestedingen. Op die manier hebben clean tech-bedrijven meer kans om overheidsopdrachten in de wacht te slepen en wordt het dus interessanter om in Europa actief te zijn. Ook moet er meer geïnvesteerd worden in de arbeidsmarkt. De Europese Commissie wil zelfs zogeheten Net-Zero Industry Academies in het leven roepen, die arbeidskrachten zullen klaarstomen voor een duurzame toekomst.
Europese Waterstofbank
Een ander belangrijk onderdeel van de Net-Zero Industry Act is de oprichting van de zogeheten European Hydrogen Bank. De bank (die aan het einde van dit jaar zijn deuren opent) moet de kostenkloof tussen hernieuwbare waterstof en fossiele brandstoffen verkleinen of zelfs dichten. Zo kunnen groene waterstofprojecten sneller en gemakkelijker van de grond komen en raakt Europese waterstofeconomie in een stroomversnelling.
Dat is belangrijk, want de groene waterstofambities van de EU zijn groot. In 2030 wil het in staat zijn om 10 miljoen ton groene waterstof zelf te kunnen produceren en 10 miljoen ton te kunnen importeren.
CO2-reductie van 55 procent
De Europese Unie wil in 2050 ’s werelds eerste klimaatneutrale continent zijn. In 2030 moet er al een CO2-reductie van 55 procent (ten opzichte van 1990) bereikt zijn. De Net-Zero Industry Act kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren, maar zover is het nog niet. Voordat de beleidsmaatregelen werking treden, moet het Europees Parlement er eerst nog mee akkoord gaan.
Jongsma is in ieder geval blij met het voorstel: “Elke stap die bedrijven duidelijkheid en zekerheid biedt om in Europa te investeren, is meer dan welkom. Onzekerheid is namelijk een belangrijke rem op de energietransitie. Je wilt juist zekerheid hebben in het systeem, dan kan het hard gaan.”
Dit artikel verscheen eerder in Change.inc